De studie Neerlandistiek aan de Eötvös Universiteit is opgericht in de jaren zestig. Het hoofddoel van de vakgroep is om de Nederlandse taal, literatuur en cultuur te onderwijzen en te onderzoeken. Het gaat om de taal, cultuur en literatuur van twee landen: Nederland en Vlaams België.
De Vakgroep Neerlandistiek (vroeger ook wel Centrum voor Nederlandse Studies genoemd) bestaat sinds 1992 en maakt deel uit van het Instituut voor Germaanse Studies. Terwijl vroeger het accent van de opleiding slechts op de studie van de taal lag, heeft het programma zich tot een volwaardige vijfjarige taal- en cultuurstudie ontwikkeld aan het eind waarvan de studenten een scriptie moeten schrijven en een slotexamen moeten afleggen
Sinds 2006 is het bachelorprogramma ook hier ingevoerd en duurt drie jaar. Nadat de studenten aan het eind van het derde jaar hun scriptie hebben geschreven en het slotexamen hebben afgelegd, verkrijgen ze een Bachelordiploma in de Nederlandse taal- en letterkunde.
Het Masterprogramma is vanaf 2009 ingevoerd en duurt 2 jaar.
Voor degenen die na hun studie graag Nederlandse les willen geven, bestaat sinds 2016 ook de mogelijkheid een lerarendiploma te halen. De lerarenopleiding duurt 6 jaar.
De opleiding Nederlands kan ook in het kader van een tweejarige minorvak worden gevolgd.
- Taalverwerving (spreken, schrijven, corresponderen met speciaal aandacht voor acadamisch taalgebruik)
- Geschiedenis en cultuur van de Lage Landen
- Taalkunde (van descriptieve grammatica en taalbeschouwing tot taalgeschiedenis en sociolinguïstiek)
- Literatuur van de Lage Landen (vanaf de middeleeuwen tot nu)
- Vertalen en tolken (vooral in de masterfase)
Medewerkers van de vakgroep (2022)
De docenten die werkzaam zijn aan de vakgroep houden zich ook bezig met onderzoek. Dr. Judit Gera doet vergelijkend onderzoek op het gebied van Nederlandse kunst en cultuur. Daarnaast houdt zij zich ook bezig met culturele analyse. Dr. Orsolya Réthelyi heeft haar proefschrift over Maria van Hongarije (1505-1558) en het koninginnenhof geschreven. Tegenwoordig onderzoekt zij de interactie tussen het vorstelijke hof en de stad in de vroegmoderne periode, met aandacht op ceremonieel en literaire productie. Dr. Orsolya Varga houdt zich bezig met vergelijkende vertaalgeschiedenis. Dr. Roland Nagy heeft zijn proefschrift geschreven over de geschiedenis van de Nederlandse leenfonemen. Nu doet hij vooral onderzoek naar toegepaste fonetiek. Drs. Janina Vesztergom doet onderzoek op het gebied van moderne letterkunde en zij is bezig met een proefschrift over de Engelse schrijver, Julian Barnes.Nederlandse literatuur maakt deel uit van het PhD onderwijs aan de ELTE. De vakgroep Nederlands begeleidt een aantal studenten die hun PhD aan het doen zijn op het gebied van moderne literatuur.