Vakgroep Neerlandistiek – Eötvös Loránd Universiteit

Ik werd geboren op 2 mei 1954, te Budapest, Hongarije. Ik heb Hongaarse, Engelse en Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd aan de Eötvös Universiteit van Budapest vanaf 1972 tot 1977. Ik haalde mijn diploma in 1977.
Na de universiteit ging ik werken bij uitgeverij 'Magvető' waar ik Nederlandstalige en Engelse boeken redigeerde en vertaalde. Ik werkte hier tot 1982. In 1977 won ik tweede prijs met een Nederlands verhaal op een landelijke vertaalwedstrijd. In 1982 werd ik uitgenodigd door het hoofd van het Instituut voor Germanistiek om aan de Eötvös Universiteit Nederlandse literatuur te doceren aan studenten Nederlands. Ik ging dus aan de universiteit werken en twee jaar later heb ik een wetenschappelijke beurs aangevraagd bij de Hongaarse Academie van Wetenschappen om mijn proefschrift te schrijven. Ik kreeg de beurs toegekend en ik begon aan mijn proefschrift te werken over Frederik van Eeden. Daarnaast heb ik de hele tijd hoor- en werkcolleges gegeven over de hele geschiedenis van de Nederlandse literatuur van de middeleeuwen tot heden. Ik promoveerde op 'De koele meren des doods' van Frederik van Eeden als synthese van de artistieke problemen in Nederland aan het eind van de 19e eeuw'. Ik heb een aantal publikaties daarover, verschenen in verschillende Nederlandse, Engelse en Hongaarse tijdschriften. Intussen heb ik ook een aantal Nederlandstalige romans, verhalen en gedichten in het Hongaars vertaald. (Zie publikatie lijst)
Ik heb nu een vaste aanstelling als docente Nederlandse literatuur aan de Eötvös Universiteit in het Centrum voor Neerlandistiek binnen het kader van het Instituut voor Germanistiek.In 1995 werd ik tot afdelingshoofd benoemd.
Ik heb ook zes bloemlezingen samengesteld en ingeleid voor studenten Nederlands over de middeleeuwse, de 17e eeuwse en de 19e eeuwse Nederlandstalige literatuur, moderne Nederlandse Vlaamse en Nederlandse poëzie, Symbolistische Nederlandstalige poëzie, Nederlandse schilderkunst in de 17e eeuw.
In 1991 heb ik een vertaalatelier opgericht waar studenten in groepsverband de theorie en praktijk van het vertalen - uiteraard uit het Nederlands - bestuderen. Er werden ook 3 vertaling-bundels van hun werken uitgegeven.
Tussen 1991 en 1994 was ik lid en secretaris van de Commissie van Moderne Philologie van de Hongaarse Academie van Wetenschappen.
Ik neem regelmatig deel aan conferenties over de Nederlandse taal en literatuur onder meer aan de IVN-congressen. Ik heb twee keer deelgenomen aan Poetry International te Rotterdam als vertaalster en begeleider van de Hongaarse schrijversdelegatie aldaar.
In juni 1992 heb ik deelgenomen aan een internationale conferentie van de Nederlandse cultuur in Grand Rapids, Verenigde Staten. Mijn bijdrage over Béla Balázs, een Hongaarse schrijver en filmtheoreticus en Menno Ter Braak werd gepubliceerd in de conferentiebundel (PAANS). Het artikel is ook verschenen in 'Neohelicon', een internationaal vaktijdschrift voor letterkunde, uitgegeven en geredigeerd in Hongarije.
In 1992 heb ik een TEMPUS-beurs gekregen van de Europese Gemeenschap waardoor ik het akademische jaar 1992/93 aan de Katholieke Universiteit van Leuven heb doorgebracht. Ik heb onderzoek gedaan over de parallelle verschijnselen van het Vlaamse en Hongaarse expressionisme, en heb het Belgisch Labyrint van Geert van Istendael vertaald.
In het academische jaar 1993/94 verbleef ik in Pittsburgh, Verenigde Staten met een verlof van de Eötvös Universiteit. In het eerste semester heb ik 'Erasmus' van J. Huizinga vertaald, tijdens het tweede was ik met 'Houtekiet' van Gerard Walschap bezig.
In 1998 heb ik de Széchenyi-beurs mogen ontvangen voor mijn wetenschappelijk werk en universitair onderwijs.
In 1999 kreeg ik de Ridderorde van Oranje-Nassau toegereikt door Hare Majesteit Koningin Beatrix. De onderscheiding kreeg ik voor de verspreiding van de Nederlandse cultuur en literatuur in Hongarije, buiten en binnen de muren van de universiteit.
In 2001 heb ik de Martinus Nijhoff prijs gekregen voor mijn vertalingen uit het Nederlands in het Hongaars.
Ook in dit jaar werd ik als voorzitter van de Comenius Vereniging gekozen, een vereniging voor Neerlandici in Midden- en Oost-Europa. De vereniging houdt zich momenteel bezig met het opzetten van een bijscholingsprogramma voor de docenten van deze regio. Het bijscholingsprogramma beoogt de ontwikkeling van onderzoek en onderwijs op het gebied van de neerlandistiek.
Ik heb twee boeken gepubliceerd over de relatie tussen literatuur en kunst in respectievelijk Nederland en Vlaanderen. Het eerste kwam in 2000 uit bij de Eötvös uitgeverij van de ELTE met de titel: De schittering van het alledaagse. Essays over de relatie tussen kunst en literatuur in Nederland aan het einde van de 19de eeuw en in de jaren ’30. (A hétköznapi világ bűvölete. Tanulmányok a holland irodalom és művészet kapcsolatáról a századfordulón és a ‘30-as években). Het tweede werd in 2002 gepubliceerd door uitgeverij Fekete Sas onder de titel: Beeld en spiegelbeeld. Het Vlaamse symbolisme in kunst en literatuur. (Kép és tükörkép. A flamand szimbolizmus a művészetben és az irodalomban). Interartistieke comparatistiek vormt een van mijn onderzoeksgebieden.
Mijn boek Van een afstand. Multatuli’s Max Havelaar tegendraads gelezen werd door uitgeverij L. J. Veen gepubliceerd in Amsterdam in 2001. Dit boek weerspiegelt mijn belangstelling voor feministisch en postkolonialistisch literatuuronderzoek.

In de zomer van 2002 heb ik een cursus literair vertalen gegeven op de zomercursus ‘Taalpolitiek en Identiteit’ in Schlaining (Oostenrijk) georganiseerd door de afdeling Nederlands aan de Universität Wien.
Sinds 2002 ben ik lid van de Maatschappij der Nederlandse Taal- en Letterkunde.

Binnen het kader van mijn OTKA-beurs Woord en beeld in de Nederlandse cultuur heeft Het Centrum voor Neerlandistiek aan de ELTE in november 2002 een studiedag georganiseerd met als sprekers Prof. Dr. Emeritus Áron Kibédi Varga, Prof. Dr. Karel Porteman (KUL) en Drs. Rieta Bergsma (VU). In het verlengde van de studiedag organiseerde ik een studieweek met drie lezingen gegeven door professor Kibédi Varga en één door Prof. Dr. Krisztina Passuth.

Momenteel organiseer ik een internationaal studentencongres met als titel ‘Een Midden- en Oost-Europese kijk op de Lage Landen’ voor studenten Nederlands van de regio. Het congres wordt georganiseerd onder auspiciën van de Comenius Vereniging en met de financiële steun van de Nederlandse Taalunie.

Zoeken

Facebook