Course code: OT–NEM–101
Course name: Introduction to Literature
Time and location: Tuesday 14:00–15:30, Building I. 2nd floor/228 (Bence György Lecture Hall) (BI–228)
Credits: 3
Semester: BA1
Language: English
Type of grade: lecture
Hours/week: 2
Teachers: Dr. Zsófia Domsa, Dr. Orsolya Réthelyi, Dr. Janina Vesztergom
Requirements and assessment: end-of-term written exam
Aims and objectives: The aim of this course is to introduce terms and methods students will need in discussing literature. The definitions of the terms used at the lectures come from various handbooks to literary studies and dictionaries of literary terms. The literary examples come from all over the field of Dutch, Scandinavian and English literature.
Course material:
Course calendar
Week |
Date |
Topic |
1. |
12 February |
Introduction, Internet Resources, Literary Research Tools |
2. |
19 February |
Writing About Literature –Literary Studies as a Discipline, Making Sense of a Text |
3. |
26 February |
Literary Genres |
4. |
5 March |
Figures of Speech |
5. |
12 March |
Poetry–Sound Patterning |
6. |
19 March |
Drama–Changing Historical Context |
7. |
26 March |
Drama–Routine, Conflict, Status Games |
8. |
2 March |
Fiction–Story, Plot, Narrative Voice |
9. |
9 April |
Fiction–Genres of Narrative fiction |
10. |
16 April |
Literary Theory–Cultural Memory, Postcolonial Studies |
11. |
23 April |
Spring break |
12. |
30 April |
Literary Theory–Gender Studies |
13. |
7 May |
Interdisciplinary Approach to The Study of Literature |
14. |
14 May |
Translation Studies, Adaptation Theory |
Code: BBN-NED-301
Titel vak: A grammatika alapjai 1.
Docent: Roland Nagy
Voertaal: magyar-holland
Opleidingsfase: BA1, 1ste semester
Onderwijsvorm: werkcollege
Aantal lesuren per week: 3
Studiepunten: 4
Rooster: Di. 09:00-11:15, lokaal 021
Leerdoelen:
Het doel van het college is de grammaticale grondslagen te leggen voor het praktische taalonderwijs en daardoor het bewuste, correcte taalgebruik te bevorderen.
Beschrijving
Tijdens het semester maken studenten kennis met de basisbeginselen van de uitspraak en spelling, de belangrijkste grammaticale regels van het Nederlands.
Opbouw cursus
1. Klanken en spelling van het Nederlands
2. Voornaamwoorden 1 Persoonlijke en aanwijzende voornaamwoorden. Vervanging van een substantief door een voornaamwoord.
3. Voornaamwoorden 2. Wederkerende, vragende, onbepaalde voornaamwoorden.
4. Samengestelde zinnen 1. Woordvolgorde, betrekkelijke voornaamwoorden.
5. Samengestelde zinnen 2. Voegwoorden en verbindende bijwoorden.
6. Werkwoordstijden 1. Regelmatige en onregelmatige werkwoordsvormen. De voltooid tegenwoordige tijd en het verleden tijd.
7. Werkwoordstijden 2. De voltooid tegenwoordige tijd en het verleden tijd.
8. Werkwoordstijden 3. De toekomende tijd.
9. Het hulpwerkwoord zullen
10. De functies van er
11. Werkwoorden met te
12. De voorwaardelijke wijs.
Evaluatie
3 á 4 door het semester verspreide schriftelijke tentamens, online oefeningen.
Criteria voor een testimonium
Maximaal 3 gemiste lessen, actieve participatie en de uitvoering van alle opdrachten.
Studiemateriaal
Hand-outs
Literatuur
• Fontein, A., & Pescher-ter Meer, A. (2004). Nederlandse grammatica voor anderstaligen. Utrecht: Nederlands Centrum Buitenlanders.
• Albertné Balázsi, J., Eszenyi, R., Hantosné Reviczky, D., Kis, I., Szalai, E., & Varga, O. (1997). Kis Holland nyelvtan. Budapest: Károli Gáspár Református Egyetem.
• Bouman-Noordermeer, D. et al. (1994) Beter Nederlands. Een inleidend grammaticaal hulpboek voor anderstaligen. 2de dr. Dick Coutinho
• Toorn-Schutte, J. van der (1999) Klare taal. Uitgebreide basisgrammatica voor het Nederlands als tweede taal. Boom.
• Struiving, J.P. en Zelenka, E. (red.) (1996) Nederlands grammatica voor beginners. ELTE Code: BBN-NED-301
• Mollay, E. (2008). Basisgrammatica voor studenten Nederlands / A grammatika alapjai néderlandisztika szakosoknak. Budapest: ELTE Eötvös Kiadó.
Kurzus cím: A grammatika alapjai 1.
Oktató: Nagy Roland
Nyelv: magyar-holland
Képzési szakasz: BA1, 1. félév
Kurzus típusa: gyakorlat
Heti óraszám: 3
Kredit: 4
Órarendi információ: Kedd 09:00-11:15, 021-es terem
Célok:
A kurzus célja a nyelvtani alapok lefektetése gyakorlati nyelvokatás támogatása érdekében, és ezzel a tudatos, helyes nyelvhasználat támogatása.
Leírás
A félév során a hallgatók megismerkednek a holland kiejtés és helyesírás alapvető alapelveivel és a holland nyelvtan legfontosabb szabályaival.
Tematika
1. A holland nyelv hangjai és betűi
2. Névmások 1.: személyes és mutató névmások; főnevek névmási helyettesítése.
3. Névmások 2.: visszaható, kérdő és határozatlan névmások.
4. Összetett mondatok 1.: szórend és vonatkozó névmások.
5. Összetett mondatok 2.: kötőszók.
6. Igeidők 1.: szabályos és rendhagyó igék; a befejezetlen jelen és múlt idő.
7. Igeidők 2.: a befejezett jelen és múlt idő.
8. Igeidők 3.: a jövő idő.
9. A zullen segédige.
10. Az er szócska
11. Infinitíves igék te-vel
12. A feltételes mód
Értékelés
A félév során 3-4 írásbeli számonkérés. Online gyakorlatok.
A kurzus teljesítésének kritériumai
Max. 3 hiányzás, aktív részvétel, ill. minden feladat és vizsga sikeres teljesítése.
Kötelező tananyag
Kiosztmányok
Irodalom
• Fontein, A., & Pescher-ter Meer, A. (2004). Nederlandse grammatica voor anderstaligen. Utrecht: Nederlands Centrum Buitenlanders.
• Albertné Balázsi, J., Eszenyi, R., Hantosné Reviczky, D., Kis, I., Szalai, E., & Varga, O. (1997). Kis Holland nyelvtan. Budapest: Károli Gáspár Református Egyetem.
• Bouman-Noordermeer, D. et al. (1994) Beter Nederlands. Een inleidend grammaticaal hulpboek voor anderstaligen. 2de dr. Dick Coutinho
• Toorn-Schutte, J. van der (1999) Klare taal. Uitgebreide basisgrammatica voor het Nederlands als tweede taal. Boom.
• Mollay, E. (2008). Basisgrammatica voor studenten Nederlands / A grammatika alapjai néderlandisztika szakosoknak. Budapest: ELTE Eötvös Kiadó.
• Struiving, J.P. en Zelenka, E. (red.) (1996) Nederlands grammatica voor beginners. ELT
Code: BMA-NEDD12-121
Titel vak: METHODOLOGIE VAN DE TAALWETENSCHAP
Docent: Roland Nagy
Voertaal: Nederlands
Opleidingsfase: Ma 1, 1ste semester
Onderwijsvorm: werkcollege
Aantal lesuren per week: 2
Studiepunten: 2
Rooster: dinsdag 11:30-13:00, locaal 102
Leerdoelen
Het doel van het college is om de studenten bekend te maken met de wetenschappelijke methodologie.
Beschrijving
De cursus biedt een kort overzicht van de wetenschapstheoretische achtergrond van taalkundige onderzoeken. Daarnaast leren de studenten ook de belangrijkste structurele en stilistische kenmerken van de taalwetenschappelijke verhandeling kennen door de analyse en het vertalen van korte wetenschappelijke teksten. Ze maken kennis met een aantal elektronische en online bronnen, zoals speciale woordenboeken en taalcorpora. Met behulp van deze bronnen moeten ze (in kleine groepen) bepaalde gerichte opdrachten doen (doelgerichte materiaalverzameling).
Aan het eind van het semester moeten de studenten een beknopte verhandeling inleveren waarin de resultaten van hun minionderzoek gepresenteerd wordt.
Opbouw cursus
Les 1. Inleiding.
Les 2. Soorten kennis
Les 3. De kenmerken van wetenschappelijkheid
Les 4. De methoden en onderdelen van het wetenschappelijke onderzoek
Les 5. Taalkundig onderzoek in de 21ste eeuw: het gebruik en exploiteren van elektronische en online bronnen en corpora
Les 6. Het lezen en bespreken van twee korte artikelen vanuit het tijdschrift Nederlandse taalkunde en Onze Taal
Les 7. Gedetailleerde analyse en vergelijking van de teksten
Les 8. Algemene kenmerken van taalwetenschappelijke teksten
Les 9. Andere elektronische bronnen en hulpmiddelen
Les 10. Opdrachten met elektronische bronnen
Les 11. Opdrachten met elektronische bronnen
Les 12. Het verwerken van de resultaten
Les 13. Beoordeling van de verhandelingen
Evaluatie
op basis van het uitvoeren van deelopdrachten en de kwaliteit van de aan het eind van de semester ingeleverde verhandeling
Criteria voor een testimonium
• maximaal 3 gemiste lessen per semester
• de uitvoering van de deelopdrachten
• een werkstuk van 4 á 8 blz.
Studiemateriaal
Corpora via inl.nl, Corpus Hedendaags Nederlands
Literatuur
• Hand-outs
• Toorn, M. C. van den. (1992). Nederlandse taalkunde (8e geheel herziene uitgave.). Utrecht: Het Spectrum.
• Pollmann, T. (1999). De letteren als wetenschappen een inleiding. Amsterdam: AUP.
• Ridley, B. (2003). Wetenschap. (R. Van de Plassche, Trans.). London/New York: Routledge.
• Kutrovátz, G., Láng, B., & Zemplén, G. (2009). A tudomány határai. Budapest: Typotex.
• Tiggeler, E. (2004). Schrijfgids voor studenten : eerste hulp bij schrijfproblemen en taalvragen. Den Haag: Sdu.
• Tijdschriften: Nederlandse taalkunde, Internationale Neerlandistiek, Onze Taal, Ons Erfdeel, Taal en Tongval
• enz
• Elektronische woordenboeken: iWNT, iVMNW, iONW, WNT, GVD
• Lamers, H. (1993). Hoe schrijf ik een wetenschappelijke tekst? Bussum: Coutinho.
• Taalcorpora via www.inl.nl
HOORCOLLEGE
Aantal lesuren per week: 3
Kredietpunten: 2
Opleidingsfase (semester): BA 3e semester
Omschrijving
Het doel van het werkcollege is om de studenten vertrouwd te maken met de belangrijkste fonologische regels van Nederlands en de grammaticale eigenschappen en het gebruik van het Nederlandse werkwoord, en daardoor een bewuste, correcte taalgebruik te bevorderen.
Thematiek:
Les 1. Inleiding
Les 2. De klanken en fonologische regels van het Nederlands
Les 3. De grammatica als taalkundige discipline. Onderdelen van de grammatica.
Les 4. Soorten werkwoorden: zelfstandige, koppel- en hulpwerkwoorden.
Les 5. Hulpwerkwoorden van tijd, van aspect, van de lijdende vorm, van de modaliteit, van de causaliteit en ter omschrijving van het gezegde.
Les 6. Infinitiefconstructies na hulpwerkwoorden en andere hulpwerkwoordachtige werkwoorden met of zonder te voor de infinitief.
Les 7. Temporele en modale betekenissen van de zou-tijden. Scheidbaar en onscheidbaar samengestelde werkwoorden.
Les 8. Transitieve (overgankelijke) en intransitieve (onovergankelijke) werkwoorden. Wederkerende werkwoorden. Onpersoonlijke werkwoorden. Onvervoegde werkwoorden.
Les 9. Finiete en infiniete (nominale) vormen van het werkwoord. Vorming en gebruik van de nominale vormen.
Les 10. De lijdende vorm. (Zinnen met er. Zinnen met hulpwerkwoorden.)
Les 11. De wijzen. Andere (grammatische en lexicale) uitdrukkingsmogelijkheden voor de inhoud van de imperatief en de conjunctief. Stilis¬tische varianten.
Les 12. Het presens. (Spelling, onregelmatigheden in de vervoeging, de dubbele vormen, de inversie.)
Les 13. Verschillen tussen het gebruik van het perfectum, het imperfectum en het plusquamperfectum. De keuze van het hulpwerkwoord van tijd in de voltooide tijden.
Criteria voor een testimonium zijn:
• maximaal 3 gemiste lessen per semester
• het schrijven van alle toetsen
Evaluatie: schriftelijk door middel van 3-4 over het semester verspreide toetsen
Literatuur:
• Hand-outs
• A.M.Fontein-A. Pescher-ter Meer: Nederlandse Grammatica voor anderstaligen. Nederlands Centrum Buitenlanders, Utrecht 1985.
• Albertné Balázsi, J. et al. (1997) Kis holland nyelvtan. Károli Gáspár Református Egyetem
• Toorn, M.C. van den (1981) Nederlandse Grammatica. Wolters-Noordhoff
• Smedts, W. en W. van Belle (1993) Taalboek Nederlands. DNB/Pleckmans
• Toorn, M.C. van den (1992) Nederlandse taalkunde. 8ste dr. Het Spectrum/Aula
Docent: Roland Nagy
Semester: 2016-2017 Herfst
Doel
Methode en opbouw
H | K | Sze | Cs | P | Szo | V |
---|---|---|---|---|---|---|
1
| ||||||
2
|
3
|
5
|
6
|
7
|
8
| |
9
|
10
|
11
|
12
|
13
|
14
|
15
|
16
|
17
|
18
|
19
|
20
|
21
|
22
|
23
|
24
|
25
|
26
|
27
|
28
|
29
|
30
|
31
|